Lectionarium

DAGELIJKS EVANGELIE
  • Dinsdag 22 Oktober : Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Efeze 2,12-22.
    Broeders en zusters, bedenkt dat gij indertijd van Christus gescheiden waart, uitgesloten van de gemeenschap van Israel en van de verbonden waaraan de belofte verbonden was, zonder hoop en zonder God in de wereld. Thans echter zijt gij die eertijds veraf waart, in Christus Jezus dichtbij gekomen, door het bloed van Christus. Want Hij is onze vrede, Hij die de twee werelden een gemaakt heeft, en de scheids­muur heeft neergehaald, door in zijn vlees de vijandschap, de wet der geboden met haar verordeningen, te vernieti­gen. Hij heeft vrede gesticht door in zijn persoon uit de twee een nieuwe mens te scheppen, en die beiden in een lichaam met God te verzoenen door het kruis, waaraan Hij de vijandschap heeft gedood. En Hij is gekomen en Hij heeft vrede verkondigd aan u die veraf waart en vrede aan hen die dichtbij waren. Want door Hem hebben wij beiden in een Geest de toegang tot de Vader. Zo zijt gij dus geen vreemde­lingen en ont­heemden meer, maar medeburgers van de heiligen en huisgenoten van God, gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, terwijl de sluit­steen Christus Jezus zelf is, die het hele bouwwerk in zijn voegen houdt. In Hem groeit het uit tot een heilige tempel in de Heer. In Hem wordt ook gij mee opge­bouwd tot een woonstede van God, in de Geest.
  • Dinsdag 22 Oktober : Psalmen 85(84),9ab-10.11-12.13-14.
    Aanhoren wil ik wat God ons zegt. De Heer spreekt woorden van vrede. Voor wie Hem eren is zijn hulp nabij: zijn glorie komt wonen in ons land. Trouw en waarheid omhelzen elkaar, recht en vrede begroeten elkaar met een kus. Uit de aarde bloeit de waarheid op, het recht ziet uit de hemel toe. De Heer geeft al het goede: ons land zal vruchten geven. Het recht gaat voor God uit en baant voor Hem de weg.
  • Dinsdag 22 Oktober : Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas 12,35-38.
    In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: Houdt uw lenden omgord en de lampen brandend! Gedraagt u als mensen die wachten op de terugkomst van hun heer, die naar de bruiloft is, om als hij aankomt en klopt, hem aanstonds open te doen. Gelukkig de dienaars, die de heer bij zijn komst wakende zal vinden. Voorwaar, Ik zeg u: Hij zal zich omgorden, hen aan tafel nodigen en langs hen gaan om te bedienen. Al komt hij ook in de tweede of in de derde nachtwake, gelukkig zijn de dienaars die hij zo aantreft.
  • Dinsdag 22 Oktober : Getijdenboek uit de Sinaï
    Hij die de hemelse heerscharen verheerlijken, voor wie de Cherubijnen en Serafijnen beven, viert Hem allen, elke adem en elk schepsel, zegent Hem en verheft Hem in alle eeuwen. Steek de lamp van mijn ziel aan, laat de fakkel van mijn geest schijnen, Verlosser, zodat ik daar samen met mijn mededienaren midden in de nacht op U wacht, mijn lendenen stevig omgord. Waarlijk stralend en gezegend zijn de dienaren die de Meester bij zijn aankomst midden in de nacht wakend en volhardend in angst aantreft: zo, ik smeek U, oordeel mij waardig, om zo een van hen te zijn. O mijn angstig Licht, mijn onbegrijpelijk Licht, eniggeboren Zoon die uit de Vader is voortgekomen, schenk mij een fakkel van Uw licht, schenk mij Uw goddelijke barmhartigheid, opdat ook ik niet jammer met de dwaze maagden. Eer aan de Vader en aan de Zoon en aan de Heilige Geest. Moeder van God, als een pasgeboren kind baarde u voor ons de Oude van dagen, die ons nieuwe wegen wijst op aarde en onze verouderde natuur vernieuwt, o Gezegende, Onverwachte.
  • Maandag 21 Oktober : Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Efeze 2,1-10.
    Broeders en zusters, gij die dood waart door uw afdwalingen en uw zonden, waarin gij eertijds hebt geleefd volgens de god van deze wereld, de heerser over het machtsgebied van de lucht, de geest die nog altijd aan het werk is onder de weerspannigen... Trouwens, ook wij allen, zonder uitzondering, hebben vroeger tot hen behoord, toen wij ons leven lieten beheer­sen door zondige begeerten en deden wat onze zelfzucht en onze boze neigingen van ons wilden. Uit onszelf waren wij een voorwerp van Gods toorn, evenzeer als de anderen. Maar God, die rijk is aan erbarming, heeft wegens de grote liefde waarmee Hij ons heeft liefge­had, ons met Christus ten leven gewekt, hoewel wij dood waren door onze zonden; aan zijn genade dankt gij uw redding. En Hij heeft ons samen met Hem doen opstaan en zetelen in de hemelen, in Christus Jezus, om de naderbij komende eeuwen de overgrote rijkdom van zijn genade te tonen door zijn goedheid jegens ons in Christus Jezus. Ja, aan die genade dankt gij uw heil, door het geloof; niet aan uzelf, Gods gave is het; niet aan uw prestaties, niemand mag zich verhovaardigen. Gods werk zijn wij, geschapen in Christus Jezus, om in ons leven de goede daden te realiseren die God voor ons al bereid heeft.
  • Maandag 21 Oktober : Psalmen 100(99),2.3.4.5.
    Juicht voor de Heer, alle landen dient met blijdschap de Heer treedt onbezorgt voor zijn aanschijn; Waarlijk de Heer is God. Hij is de Schepper en Meester, wij zijn kudde zijn volk. Trekt met een lied door zijn poorten, komt in zijn voorhof met zang. Zegent zijn Naam en eert Hem Hij is ons goed gezind, eindeloos is zijn erbarmen, trouw van geslacht op geslacht.
  • Maandag 21 Oktober : Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas 12,13-21.
    In die tijd zei iemand uit het volk tegen Jezus: 'Meester, zeg aan mijn broer, dat hij de erfenis met mij deelt.' Maar Jezus antwoordde hem: 'Man, wie heeft Mij over u beiden tot rechter of bemiddelaar aange­steld?' En Hij sprak tot hem: 'Pas op en wacht u voor alle hebzucht! Want geen enkel bezit, al is dit nog zo overvloedig, kan uw leven veilig stellen.' Hij vertelde hun de volgende gelijkenis: 'Het land van een rijk man had een grote oogst op geleverd. Daarom overlegde deze bij zichzelf: Wat moet ik doen? Ik heb geen ruimte om mijn oogst te bergen. En hij zei: Dit ga ik doen: ik breek mijn schuren af en bouw grotere: daarin zal ik dan heel mijn rijkdom aan koren bergen. Dan zal ik tot mij zelf zeggen: Man, je hebt een grote rijkdom liggen, voor lange jaren, rust nu uit eet en drink en geniet ervan! Maar God sprak tot hem: Dwaas! Nog deze nacht komt men je leven van je opeisen; en al die voorzieningen die je getroffen hebt, voor wie zijn die dan? Zo gaat het met iemand die schatten vergaart voor zichzelf, maar niet rijk is bij God.'
  • Maandag 21 Oktober : H. Gregorius de Grote
    “De goddeloze is trots al de dagen van zijn leven”. (Job 15:20) De uitverkorenen zelf zijn niet immuun voor trots in sommige van hun gedachten en zelfs in hun daden. Maar omdat zij de uitverkorenen zijn, kunnen zij niet elke dag uitmuntend handelen omdat zij, voordat zij hun leven beëindigen, hun harten in nederigheid veranderen van overdaad in vrees. De goddeloze daarentegen brengt geen enkele dag door zonder voortreffelijk te zijn, omdat hij zijn leven beëindigt zonder zich ook maar een moment aan zijn overdaad te onttrekken. Aan alle kanten zoekt zijn blik dat wat in de tijd bloeit, en hij durft er niet over na te denken waar hij voor de eeuwigheid heen geleid wordt. Het is in het leven van het vlees dat hij zijn vertrouwen stelt en hij schrijft een lange duur toe aan wat hij in het moment vasthoudt. Zijn hart wordt gesterkt in overdaad en al zijn naasten worden in verachting geworpen. Hij denkt nooit na over de plotselinge dood die hem besluipt; hij denkt nooit na over de onzekerheid van geluk. Eén blik op de onzekerheid van een vluchtig leven en hij zou nauwelijks zekerheid met onzekerheid verwarren. Vandaar weer deze wijze uitspraak: “En het aantal jaren van zijn tirannie is onzeker”. (Job 15,20 Vulg) (...) Omdat het huidige leven altijd onzeker is, moet de dood die voortsluipt voortdurend gevreesd worden, omdat die nooit voorzien kan worden. (...) Aan de andere kant, als onze Schepper wilde dat de dag van ons einde voor ons verborgen zou blijven, dan was dat zodat we, in de onzekerheid van het moment van onze dood, altijd bereid zouden zijn om te sterven.
  • Zondag 20 Oktober : Uit profeet Jesaja 53,10-11.
    De Heer wilde zijn dienaar breken, Hij maakte hem ziek. De dienaar offerde zijn leven voor hun schuld, om zijn nageslacht te zien en lang te leven. En door zijn toedoen slaagde wat de Heer wilde. Na het lijden dat hij moest doorstaan, zag hij het licht en werd met kennis verzadigd. Mijn rechtvaardige dienaar verschaft velen recht, hij neemt hun wandaden op zich.

Teksten zijn ontleend aan de website "Dagelijks Evangelie, www.dagelijksevangelie.org