Lectionarium

DAGELIJKS EVANGELIE
  • Zaterdag 27 Juli : Uit profeet Jeremia 7,1-11.
    Het woord van de Heer kwam tot Jeremia: Ga naar het huis van de Heer en verkondig daar in de poort deze boodschap: Luister naar het woord van de Heer, mannen van Juda, die door deze poort gaat om u voor Hem neer te buigen. Dit zegt de Heer van de machten, Israëls God: Beter uw leven, dan laat Ik u wonen op deze plaats. Vertrouw niet op de valse leus: 'Dit is de tempel van de Heer, de tempel van de Heer, de tempel van de Heer!' Maar beter uw leven, behandel elkaar rechtvaardig, verdruk geen vreemdeling, weduwe of wees, vergiet geen onschuldig bloed op deze plaats en loop niet achter andere goden aan, tot uw eigen verderf. Dan laat Ik u wonen op deze plaats, in het land dat Ik aan uw voorvaderen gegeven heb voor altijd. Maar gij vertrouwt op valse, waardeloze leuzen. Gij steelt, gij moordt, ge pleegt echtbreuk, ge zweert vals, ge offert aan de baals en loopt achter andere goden aan, die gij nooit hebt gekend. En dan durft ge in dit huis dat mijn naam draagt nog voor mij verschijnen en zeggen: 'We zijn veilig!' Maar ondertussen blijft ge al die wandaden bedrijven. Is het huis dat mijn naam draagt, in uw ogen soms een rovershol? In mijn ogen beslist niet ‑ godsspraak van de Heer‑.
  • Zaterdag 27 Juli : Psalmen 84(83),3.4.5-6a.8a.11.
    Mijn ziel verlangt en hunkert naar uw heiligdom. Mijn hart en heel mijn wezen gaan juichend uit naar U, de God die leeft. Want zelfs de mussen vinden wel een schuilplaats, de zwaluwen een nestje voor hun broed; voor mij is dat uw altaar, Heer der hemelmachten, mijn koning en mijn God! Gelukkig zij, die wonen in uw huis, o Heer, die U daar altijd mogen prijzen; gelukkig die op U mag steunen; hij zal zijn weg vervolgen met hernieuwde kracht. Voor mij is één dag in uw voorhof beter dan elders duizend dagen. Veel liever sta ik op de drempel van Gods huis dan dat ik gast ben in de tent van zondaars.
  • Zaterdag 27 Juli : Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs 13,24-30.
    In die tijd hield Jezus de menigte deze voor: 'Het Rijk der hemelen gelijkt op een man die op zijn akker goed zaad had gezaaid; maar terwijl de mensen sliepen, kwam zijn vijand, zaaide onkruid tussen de tarwe en ging heen. Toen de halmen opgeschoten waren en vrucht hadden gezet, was ook het onkruid te zien. Nu gingen de knechten naar hun meester en zeiden hem: Heer, ge hebt toch goed zaad op uw akker gezaaid? Hoe komt het dan dat er onkruid op staat? Hij antwoordde hun: Dat is het werk van een vijand. De knechten zeiden tot hem: Wilt ge dan dat we het bijeenga­ren? Maar hij zei: Neen, ik ben bang dat ge, wanneer ge het onkruid bijeengaart, de tarwe mee uittrekt. Laat beide samen opgroeien tot de oogst, en met de oogsttijd zal ik maaiers zeggen: Haalt eerst het onkruid bijeen en bindt het in bussels om te verbran­den; maar slaat de tarwe op in mijn schuur.'
  • Zaterdag 27 Juli : Z. Columba Marmion
    De wonderen die onze Heer Jezus Christus heeft verricht zijn waarlijk goddelijke werken. Ze stellen de menselijke geest in staat om God te kennen vanuit wat zichtbaar is, aangezien onze ogen Hem niet kunnen zien vanwege zijn aard. Bovendien hebben de wonderen die God verricht om het universum te besturen en zijn hele schepping te organiseren door de herhaling zoveel van hun waarde verloren dat bijna niemand nog de moeite neemt om op te merken wat een wonderbaarlijk en verbazingwekkend werk Hij in een klein zaadje verricht. Daarom heeft Hij zich in Zijn welwillendheid het recht voorbehouden om op het gekozen moment bepaalde handelingen te verrichten die buiten de gebruikelijke gang van zaken vallen. Dus degenen die de wonderen van alledag als onbeduidend beschouwen, zijn verbijsterd bij het zien van werken die buiten het gewone vallen en toch niet opwegen tegen hen. Het universum besturen is in werkelijkheid een groter wonder dan vijfduizend mensen tevreden stellen met vijf broden! En toch is niemand verbaasd... Wie voedt zelfs vandaag de dag nog het universum als Hij niet met een paar korrels de oogst binnenhaalt? 

 Christus handelde dus als God. Het was door zijn goddelijke kracht dat Hij rijke oogsten voortbracht uit een klein aantal korrels; het was door dezelfde kracht dat Hij de vijf broden vermenigvuldigde. Christus' handen waren vol kracht; die vijf broden waren als zaden die niet in de aarde geworpen waren, maar vermenigvuldigd door Hem die hemel en aarde gemaakt heeft.
  • Vrijdag 26 Juli : Uit profeet Jeremia 3,14-17.
    Kom terug, afvallige zonen, ‑ godsspraak van Jahwe ‑. Ik ben uw meester, Ik haal u uit alle steden en uit alle volken, en breng u naar Sion. Ik geef u vorsten naar mijn hart, die u regeren met kennis en inzicht. Als ge talrijk wordt in die tijd en sterk aangroeit in het land, ‑ godsspraak van Jahwe ‑, dan wordt er niet meer gezegd: 'Ark van het verbond van Jahwe!' Ze verdwijnt uit het geheugen, men denkt er zelfs niet meer aan, niemand mist ze, een andere wordt nooit meer gemaakt. In die tijd zal Jeruzalem heten: 'Troon van Jahwe'! Alle stammen komen samen, bij de naam van Jahwe, in Jeruzalem. Niet langer blijven ze hardnekkig in hun boosheid.
  • Vrijdag 26 Juli : Uit profeet Jeremia 31,10.11-12ab.13.
    Volken, hoor het woord van de Heer geeft er bericht van op verre kusten. Hij die Israël eens verstrooid, zal het verzamelen zal het behoeden zoals een herder zijn kudde. Jakob zal worden bevrijd door de Heer los uit de greep van hen die hen roofde Juichend betreden zij de Sion weer zetten zich neer waar de Heer hen zegent. Meisjes dansen samen een vreugdedans samen met de jongens en grijaards Dan breng Ik vreugde in plaats van rouw troost en blijdschap na al hun droefheid
  • Vrijdag 26 Juli : Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs 13,18-23.
    Gij dan, luistert naar de gelijkenis van de zaaier: Zo dikwijls iemand het woord van het Konink­rijk wel hoort maar niet begrijpt, komt de boze en rooft weg wat gezaaid ligt in zijn hart; dat is hij die op de weg gezaaid is. Die op rotsachtige plekken werd gezaaid, is hij die het woord hoort en het terstond met blijdschap opneemt: maar hij heeft geen wortel geschoten, hij leeft bij het ogenblik, en als hij omwille van het woord verdrukt of vervolgd wordt, komt hij onmiddel­lijk ten val. Die gezaaid werd tussen distels is hij die het woord wel hoort, maar dit wordt door de zorgen van de wereld en de begoocheling van de rijkdom verstikt en zo blijft het zonder vruchten. Maar die in goede aarde werd gezaaid, is hij die het woord hoort en begrijpt en daarom vrucht draagt: bij de een is de op­brengst honderdvoudig, bij een ander zestigvoudig en bij een ander dertigvoudig.'
  • Vrijdag 26 Juli : Z. Guerric van Igny
          “Het Woord van God is vlees geworden en heeft onder ons gewoond”. (...) De Wijsheid van God is in de schoot van de Maagd begonnen om voor Zichzelf een verblijf te bouwen, een lichaam zoals het onze (...); zonder medewerking van een mens heeft het Woord het vlees van de Maagd aangenomen, het lichaam dat bestemd is voor onze verlossing. Het is dus sinds die dag dat “de Heer van de legers met ons is”, dat de God van Jacob onze ondersteuning is, aangezien de Heer onze menselijke staat aanneemt “opdat de heerlijkheid op onze aarde woont”.       Ja, Heer, U hebt “uw aarde gezegend”, de aarde “is gezegend onder alle vrouwen”. U hebt de genade van de heilige Geest verspreidt, opdat “onze aarde de gezegende vrucht van uw schoot geeft”, en dat, uit de dauw die uit de hemel is neergedaald in de maagdelijke schoot, de Verlosser ontkiemt. Deze aarde was vervloekt door de Leugenaar; zelfs als men haar bewerkte, groeiden distels en doornen uit haar voor de erfgenamen van de vervloeking. Nu is de aarde gezegend door de Verlosser; ze produceert voor allen de verlossing van de zonden en de vrucht van het leven; ze veegt voor de kinderen van Adam de tekortkomingen van de erfzonde weg.       Ja, ze is gezegend, deze absoluut maagdelijke aarde die zonder aangeraakt te zijn, noch omgespit of ingezaaid, de Verlosser laat opgroeien uit de enige dauw uit de hemel en ze maakt voor de stervelingen het brood van de engelen, het voedsel van het eeuwige leven. Deze onbewerkte aarde lijkt onontgonnen te zijn, terwijl ze in zichzelf een overvloedige oogst verborgen hield; ze lijkt een onbewoonde woestijn te zijn, terwijl ze een paradijs der geneugten was. Ja, deze eenzame plaats was de tuin waar God zijn vreugde in vond. (Bijbelse referenties: Joh 1,14; 1Kor 1,24; Spr 9,1; Ps 46,8; Ps 85,10.2; Lc 1,28; Ps 85,13 en Lc 1,42; Jes 45,8; Gn 3,17-18; Joh 8,44; Ps 78,25)
  • Donderdag 25 Juli : Uit de 2e brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Korinte 4,7-15.
    Broeders en zusters, wij dragen een schat in aarden potten; duidelijk blijkt dat die overgrote kracht van God komt en niet van ons. Wij worden aan alle kanten bestookt, maar raken toch niet klem; wij zien geen uitweg meer, maar wij zijn nooit ten einde raad; wij worden opgejaagd maar niet in de steek gelaten; wij worden neergeveld maar gaan er niet aan dood. Altijd dragen wij het sterven van Jezus in ons lichaam mee, want ook het leven van Jezus moet in ons lichaam openbaar worden. Voortdurend wordt ons leven aan de dood uitgeleverd om Jezus' wil, opdat ook het leven van Jezus zich zou openba­ren in ons sterfelijk bestaan. Zo verricht de dood zijn werk in ons en het leven in u. Maar wij bezitten die geest van geloof waarvan de Schrift zegt: Ik heb geloofd, daarom heb ik gesproken. Ook wij geloven en daarom spreken wij. Want wij weten, dat Hij die de Heer Jezus van de doden heeft opgewekt, ook ons evenals Jezus ten leven zal wekken, om ons tot zich te voeren, samen met u. Want alles gebeurt voor u: de genade moet zich in velen verme­nigvuldigen, zodat steeds meer mensen dank brengen aan God, tot eer van zijn naam.

Teksten zijn ontleend aan de website "Dagelijks Evangelie, www.dagelijksevangelie.org