En bijna honderdjarigen blijven trouw komen om het Gregoriaans te beluisteren als muzikale vertolking van de Schriften. Zoals de profeet Jesaja profeteerde: “Want de jongste sterft als een mens van honderd jaar, en wie de honderd jaar niet bereikt…wordt als vervloekt beschouwd.”(Jesaja 65,20). Tijd misschien ook om aan de voeten van een leraar te gaan zitten, letterlijk of figuurlijk. Daar hoef je in onze tijd de deur niet voor uit: de tv, de computer, de smartphone en de Ipad maken geleerde colleges en leerzame uitleg van deskundigen bereikbaar.
Augustinus had de innerlijke Leraar voor ogen bij zijn uitleg van de werking van de Heilige Geest. Zijn woorden mogen als zomergroet u vergezellen, ook al hopen wij velen in de eucharistievieringen in de ChristusKoningkapel te mogen begroeten. De liturgie geeft de geloofsschat door die het hart moge verruimen.
AUGUSTINUS IN ZIJN PREKEN OVER DE EERSTE BRIEF VAN JOHANNES: “De leerstoel van Hem die onze harten onderricht, staat in de hemel. Daarom zegt Hijzelf in het evangelie: “Laat u op aarde geen leraar noemen. Gij hebt maar één leraar, Christus.”(Mat 23,10) Laat Hem aan het woord in uw binnen-ste, wanneer daar geen enkel mens aanwezig is. Want ook al bevindt een mens zich vlak naast u, niemand is binnen in uw hart. Eigenlijk is het niet juist dat er niemand in uw hart moet zijn. Laat Christus in uw hart wonen, laat zijn zalving in uw hart aanwezig zijn. Anders zal uw hart verstikken in eenzaamheid en omkomen van dorst wanneer er geen bron is om het te laven.


Het is dus de innerlijke leraar die ons onderricht: Christus en de inspiratie die van Hem komt, onderrichten ons. Waar zijn inspiratie en zalving ontbreken, klinken uiterlijke woorden tevergeefs. De woorden die wij u van buitenaf toe-spreken, zusters en broeders, zijn te vergelijken met de verhouding tussen een fruitkweker en een boom. De fruitkweker werkt van buitenuit, hij zorgt voor de begieting en voor alles wat een oplettende verzorging vereist. Maar wat hij van buitenaf ook doet, hij kan zelf de vrucht niet vormen, noch de naakte takken bekleden met lommerrijke bladeren. Dat moet van binnenuit komen. Maar wie zorgt voor die inwendige groei? De apostel Paulus gebruikt deze vergelijking ook. In zijn woorden ontdekken we wat wij, verkondigers van het woord, zijn en beluisteren wij de innerlijke leraar: “Ik heb geplant, Apollos heeft begoten, maar God gaf de groei. Noch hij die plant, betekent iets, noch hij die begiet, maar alleen God die de wasdom geeft.” (1 Kor 3,6-7) Ook wij moeten u hetzelfde zeggen: hoe wij ook door onze woorden planten of begieten, wij hebben per slot van rekening niets te betekenen, maar alleen God die wasdom geeft; of met de woorden van Johannes: alleen zijn zalving die u in alles onder-richt, heeft iets te betekenen.” (1 Joh 2,26-27)
(Preken over de Eerste brief van Johannes. Ingeleid en vertaald door Tarsicius Jan van Bavel OSA, Leuven 1992, blz.53-54).
In de ChristusKoningkapel te Schaarsbergen staan sinds enige tijd TWEE orgels, met een rijkdom aan klanken, bespeeld door diverse organisten, in samenspel. Niet de organist, niet het instrument, maar de klank raakt het hart, zoals het Woord van de innerlijke Leraar het hart raakt. Van harte hopen wij dat u ons wilt blijven ondersteunen met uw gebed en uw goede gaven, ook deze zomer!

Zegen en alle goeds,

 

Pater dr Frans Vervooren OCD